Verder leven

Verder leven

De plaats waar we naartoe gaan na het sterven wordt in iedere cultuur of religie genoemd en kent vele namen en betekenissen. Hieronder staat een (onvolledig) overzicht in volstrekt willekeurige volgorde.

Hemel Plaats voor iedereen die goed geleefd heeft.

Hel Plaats voor iedereen die slecht geleefd heeft.

Hiernamaals Andere naam voor hemel.

Samsara (het rad van wedergeboorte) Reïncarnatie. Leven-dood-leven-dood-leven-dood enz. De letterlijke betekenis= de pijn van de geboorte, de pijn van het leven en de pijn van de dood.

Vagevuur Reiniging van zonden, duurt niet eeuwig.

De Bardo (het overgangsstadium) Fase tussen sterven en nieuw leven op aarde.

De tunnel Een donkere tunnel met in het midden een schitterend licht waar je naartoe getrokken wordt, als je loskomt van je stoffelijk lichaam.

De kleuren Rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet zijn de kleuren die de overgang van de aarde naar de sferen aangeven. Ze maken onderdeel uit van de tunnel.

Het licht Het einde van de tunnel.

De duisternis Voordat je het licht bereikt. Degenen die niet geloven in een leven na de dood verblijven hier soms langere tijd.

Het Niets Plaats waar mensen die niet geloven in een leven na de dood heen gaan.

De sferen Woonplaats voor iedereen na het sterven. Afhankelijk van hoe ver je in dit leven geestelijk/spiritueel bent gegroeid kom je in één van de sferen terecht. Er zijn 7 (donkere) lage en 7 (lichte) hoge sferen. Je kunt wel naar een lagere sfeer reizen, maar niet zonder hulp naar een hogere sfeer. In de sferen wonen alle wezens die niet op aarde of een andere plek zijn.

Aarde Sommigen, die geen leven na de dood verwachten, blijven verbonden aan de aarde. Ze kunnen er zelf niet los van komen. Wel merken ze dat niemand ze opmerkt.

Schemerland De plek tussen de 7 donkere sferen en de 7 lichtere sferen. Schemerland bestaat uit 3 gedeelten.

Contact met overledenen

Hieronder tref je het persoonlijke verhaal van Marianne Lensink, schrijfster van de boeken  Toevallige signalen - meer dan 100 ervaringen rondom de dood  en   Gestuurd toeval - toevalligheden na het overlijden van een dierbare  aan .


Drie maal is scheepsrecht


In augustus van 1994 is mijn man Hans veertien dagen na een hersenoperatie onverwacht overleden aan een hartstilstand. Twee jaar daarvoor was er een goedaardige tumor in zijn hoofd ontdekt, die op een niet makkelijk te opereren plek zat.


In die twee jaar zijn we nog veel dichter bij elkaar gekomen dan we al waren en hebben over veel dingen gepraat. Zo hebben we de afspraak gemaakt, dat als één van ons dood zou gaan en er een vorm van voortbestaan zou zijn, we elkaar dan zouden ontmoeten op een klein eilandje onder het Griekse eiland Samos. Dat is inderdaad later, in mei 1995, ook gebeurd.


Mijn man was journalist bij een groot regionaal dagblad en ik heb na mijn HBS-b een opleiding gevolgd voor röntgenlaborante in het Academisch Ziekenhuis in Leiden. Na het behalen van dat diploma heb ik nog jaren in dat beroep gewerkt. Ik vertel dit om te laten weten dat wij allebei vrij nuchter waren en beslist niet zweverig. Wel hadden we een zeer brede interesse en lazen we veel.


Omdat ik de weken na zijn dood nauwelijks kon slapen, vroeg ik mijn jongste dochter om een week met me mee te gaan naar het door Hans en mij zo geliefde Samos. De dag dat we daar aankwamen en ik in de warme zon, via de trap het vliegtuig verliet, viel onmiddellijk alle verdriet van me af. Daar op dat mooie eiland kon ik eindelijk wel ’s nachts slapen en sliep zelfs iedere nacht het klokje rond. Dat laatste is belangrijk om te weten, dat wat er gebeurde op de een na laatste dag daar, niet kwam door slaaptekort.


Die ochtend word ik om ongeveer 9 uur wakker, het is heel licht en zonnig in de kamer, want er was slechts een voile vitrage voor het raam. Ik hoor een ademhaling en kijk naast me en daar ligt Hans met zijn rug naar me toe, in zijn blauwe badstof ochtendjas, naast me te slapen op een plek waar helemaal geen bed is. Ik ben heel verbaasd en realiseer me heel goed dat zoiets niet kan en wil hem daarom aanraken. Maar dan gaat mijn hand door hem heen en hij verdwijnt. Ik blijf verbaasd liggen en vraag me af hoe zoiets kan en maak dan snel mijn dochter wakker om het haar te vertellen.


Als ik weer thuis ben ga ik lezen, op zoek naar informatie over eventuele verschijningen. Helaas is er niet veel over bekend, maar wel lees ik een aantal boeken over bijna-doodervaringen, zoals ‘Leven na dit Leven’ geschreven door de arts /psychiater Moody en ‘Nader tot het Licht’ van de kinderarts Melvin Morse over bde bij kinderen. Achterin één van de boeken staat een adres van de Stichting Merkawah en daar stuur ik een brief naar toe in de hoop daar informatie te krijgen over de verschijning op Samos. Na een week of wat krijg ik een erg vriendelijke brief terug, waarin staat dat verschijningen nog veel vaker voorkomen dan een bijna-doodervaring, maar dat niemand daarover durft te praten uit angst uitgelachen te worden of meewarig te worden bekeken of zelfs voor gek te worden verklaard. Dat is voor mij een heel belangrijke zin want het bevestigt dat zo’n verschijning na het overlijden van een geliefde kennelijk vaker voorkomt dan de meeste mensen denken.


Op één van de laatste nachten in december van dat jaar lig ik in bed weer eens te wachten op de slaap, die maar niet komen wil. Ik heb een klein lampje aan en ineens ligt daar leunend met zijn hoofd op zijn elleboog mijn man op het voeteneinde van het bed naar me te kijken. Hij straalt alleen maar liefde en ‘houden van’ uit. Er wordt niets gezegd, we kijken alleen maar naar elkaar. Dan vervaagt hij. Dat zorgt ervoor dat ik weet dat onze liefde niet dood is en dat we altijd van elkaar zullen blijven houden.


De derde verschijning is een jaar later, in december de nacht na Sinterklaas en is de meest bijzondere van de drie.


‘Sinterklaas’ dat altijd een heel leuk feest met surprises en gedichten was in ons gezin zullen we net als vorig jaar niet vieren.


Die avond lees ik tot laat in een rustgevend boek met mooie muziek op de achtergrond en ik ga om 12 uur naar bed. Ook deze keer wil het in slaap komen niet lukken. Ik zie het één uur worden, twee uur, drie uur en dan kwart over drie. Plotseling staat Hans naast het bed en zegt tegen me: ‘Schuif eens een eindje op, dan kom ik naast je liggen’. Dat doe ik, want ik was de laatste maanden namelijk op zijn plek in bed gaan liggen in de hoop daar eerder in slaap te vallen. Hij kruipt naast me in bed en tot mijn grote verbazing kan ik hem voelen. Ik begin hem te kussen en te strelen en roep dan: ‘Hoe kan dat nou, ik kan je voelen?’ Hij haalt zijn schouders op en glimlacht. Hij ziet er jonger uit en is slanker dan de laatste jaren voor zijn dood. Ik streel zijn gezicht en bedenk plotseling dat ik gelezen heb dat geesten in de toekomst kunnen kijken en vraag hem dan : ‘Hoe lang moet ik nu nog alleen blijven?’ Dat vraag ik omdat hij voor zijn dood heeft gezegd dat ik niet alleen moest blijven als hij zou overlijden. Hij geeft geen antwoord en kijkt peinzend voor zich uit. Ik herhaal de vraag en voeg er aan toe: ‘Of weet je dat zelf ook niet?’Hij schudt als in gedachten langzaam zijn hoofd en dan is hij verdwenen.


Verbaasd blijf ik liggen, helemaal onder de indruk. Wat is dit? Was het een droom? Was het werkelijkheid, was het materialisatie van zijn geest. Ik blijf een tijdje liggen om mijn gedachten te ordenen. Dan knip ik het licht aan, het is bijna half vier. Ik pak een blocnote en een pen, die in mijn nachtkastje liggen en schrijf alles op. Want als het een droom was en ik straks ga slapen, bestaat de kans dat ik morgenochtend de droom vergeten ben.


Als ik ’s morgens wakker word, kan ik me alles nog haarscherp herinneren en dat blijft zo.


Ik kan nu, meer dan twaalf jaar later nog steeds de beelden als een film voor me oproepen. Dus het was vast geen droom, want dromen vervagen in de loop van de tijd. Trouwens ik heb in mijn hele leven ook nog nooit een droom gehad waarin werkelijkheid overgaat in droom.


Tekens van leven

Perimortale ervaringen (bijzondere ervaringen na het sterven) komen heel vaak voor. Je kunt de aanwezigheid van een overleden dierbare op verschillende manieren ervaren. Sommige mensen zien de overledene echt in de stoel zitten en kunnen met de overledene praten. Andere mensen zien lampen, elektrische apparaten of klokken aan of uit gaan. Weer anderen voelen de energie dicht bij zich. Ook de bijzondere aanwezigheid van dieren wordt genoemd als teken van de overledene.

Onderzoek in Nederland (door het Parapsychologisch Instituut te Utrecht), maar ook in Amerika en Engeland geeft aan dat een groot deel (ongeveer 40-50%) van de nabestaanden één of meerdere tekens krijgt van de overledene, zoals verschijningen, bijzondere dromen, maar ook bloemen, vlinders, vogels en andere dieren of bijzondere toevalligheden. Ook komen onverklaarbare elektrische verschijnselen vaak voor, zoals knipperende lampen, of speciale betekenisvolle muziek die soms een paar maal of zelfs regelmatig te horen is.

Tegen de mensen die zeggen dat dit allemaal onbewezen onzin is, wil ik het volgende zeggen:
'De afwezigheid van wetenschappelijk bewijs dat het leven doorgaat betekent nog geen afwezigheid ervan.'

Wil je zelf iets doen voor een overledene? In mijn boekje Aandacht voor een overledene staat beschreven wat je zelf kunt doen, zonder de ander vast te houden.

Vind het witte licht

Maar wat er ook is… we nemen ons zelf mee! Het zelf bestaat uit:

 

  • de ziel
  • karakter(eigenschappen)
  • verwachtingen
  • verlangens
  • angsten
  • teleurstellingen
  • emoties
  • begeerten
  • antipathie
  • sympathie enz.

 

Voor iedereen die nu denkt: na het sterven is er niets meer...

Mocht er na het sterven toch iets zijn, schrik dan niet, maar kijk om je heen en ga naar het licht . 

Op dat moment moet alles worden losgelaten!


Als je (enge) voorstellingen ziet (vuur, enge wezens, duisternis, mist, kleuren) laat je niet afleiden (je bedenkt dit allemaal zelf), vind het witte licht.

Share by: