Sterfbed

Sterfbed en
-visioenen

Rondom het sterfbed

Rondom het sterfbed gebeurt meer dan de meeste mensen zullen denken. Vóór en tijdens het doodgaan wordt de stervende op diverse manieren voorbereid op de dood. Vanuit de geestelijke wereld worden stervenden bijgestaan en geholpen.  Soms wordt een glimp van de sluier opgelicht en geven stervenden of mensen die bij het sterven aanwezig zijn informatie.


Sommige sterfbedvisioenen worden gedeelde-doodervaringen (gde) genoemd. 

Eén of meer van de volgende elementen kunnen in zo’n visioen aanwezig zijn:

- Een verandering of vervorming van de omgeving waar de stervende aanwezig is. Op het moment dat de ervaring begint, krijgt men toegang tot een dimensie waarin geen tijd bestaat. 
- Een ervaring met fel licht. Het licht kan worden omschreven als ‘puur’, ‘liefde’, ‘vrede’, ‘lichtwezen’.
- Het horen van muziek of geluiden. De muziek kan ook ervaren worden als iets tastbaars in de vorm van glitters.
- Uittreden uit het lichaam. Vanuit een andere positie ziet men het eigen lichaam en alles wat er omheen is.
- De terugblik zien op zowel het eigen leven met de stervende als het leven van de stervende. Bekende en onbekende beelden worden gezien.
- Samen met de stervende een andere dimensie ingaan. Door sommigen een ‘hemelse plek’ genoemd. Men komt aan bij een grens (bijvoorbeeld een riviertje, hek, deur of poort) en wordt teruggestuurd. De stervende gaat verder.
- Het zien van een mist en/of het ervaren van een elektrische schok op het moment van overlijden.


Vier ervaringen met sterfbedvisioenen

Ervaring 1

Een stervensbegeleider schreef me over rituele wassingen en het energetisch kleden van stervenden. Dit werd verzorgd door wezens van licht.

Ervaring 2

Er zijn sterfbedvisioenen bekend waarin ook de mensen om de stervende heen iets waarnemen wat samen lijkt te hangen met het stervensproces. Soms gaat dit om onverklaarbare, prachtige melodieën of om het zien van engelachtige wezens. Maar in bepaalde gevallen neemt de betrokkene iets waar wat hij of zij van te voren nog niet wist en wat later blijkt te kloppen met de feiten.

Een bekend geval van dit type betreft een verpleegster uit New York, Margaret Moser genaamd. In de winter van 1948 op 1949 verpleegde zij een zieke oudere dame, Mrs. Rose B. Op een dag zat ze met haar gezicht naar het bed van haar patiënte toe te werken, toen ze plotseling een onbekende oude vrouw naar de zieke toe zag lopen. De vrouw leek veel op Rose, maar ze had een langere neus en een zwaardere kin. Toen Moser opstond en zelf naar het bed toeliep, was de vrouw opeens weer verdwenen. Mrs. B. zag er erg gelukkig uit en pakte Margarets hand vast met de woorden: "Dat was mijn zuster". Later zag de verpleegkundige dezelfde verschijning nog twee keer. Een paar weken daarna stierf Rose B. en op de begrafenis zag Moser een man die sprekend op de verschijning leek en die haar zoon bleek te zijn.

Ervaring 3

Stichting Athanasia bestudeerde de ervaring van een Nederlandse vrouw, Neska Ong A Kwien, die tijdens een soort visioen aan het ziekbed van haar moeder zag hoe deze voor een keuze werd gesteld. Ze moest kiezen tussen deze wereld en het hiernamaals. Ze zag daarbij hoe haar ernstig zieke moeder in een geestelijke wereld werd opgewacht door haar ouders en een onbekend meisje. Neska schreef ons in dit verband: “ Ik kon haar beschrijven als een meisje met halflang blond/bruin haar en met een jurkje aan met strak bovenlijfje en wijd rokje van geruite stof. Ik had als naam iets van Wiesje.” Later bleek dat haar moeder een zus had gehad die voor haar tweede jaar was overleden en Wiepke heette. Haar moeder koos er overigens kennelijk voor om door te gaan met haar aardse leven. Ze kon zo tegenover ons bevestigen dat ze nooit over dit meisje had gepraat met Neska, omdat haar ouders kort na de dood van Wiepke weer een dochtertje hadden gekregen die ze dezelfde naam hadden gegeven.

(Ervaring 2 en 3 zijn overgenomen van de Stichting Athanasia met toestemming van Titus Rivas.)

Ervaring 4

Een officieel genoteerd sterfbedvisioen.

Dit is een bijzonder, maar tevens één van het oudste officieel genoteerde sterfbedvisioen. Het was pas in 1920 dat deze vreemde en bijzondere visioenen in de belangstelling kwamen. De eerste die een poging waagde om daar een serieuze wetenschappelijke studie van te maken, was Sir William Barrett, een professor in de natuurkunde aan het Royal College of Science in Dublin. De interesse van Sir William werd gewekt door een bijzondere ervaring van zijn vrouw, Lady Barrett die verloskundige was. Zij werd naar de operatiekamer geroepen om te helpen bij een bevalling van een jonge vrouw die Doris heette ( haar achternaam werd in het rapport niet vermeld). Hoewel het kindje gezond werd geboren, stierf moeder Doris aan een niet te stelpen bloeding.

Lady Barrett beschreef hoe de stervende vrouw visioenen begon te zien:

Plotseling keek ze opmerkzaam naar een bepaald deel van de kamer, een stralende glimlach verlichtte haar hele wezen. ‘ Oh, wat mooi, wat mooi’, zei ze. Toen haar werd gevraagd wat ze als ‘mooi’ zag, antwoordde ze : ‘Lieflijke schittering en prachtige wezens’. Een ogenblik later riep ze uit: ‘Waarom? Daar is Papa! Oh, hij is zo blij dat ik kom, hij is zó blij. Het zou helemaal perfect zijn als W.( haar echtgenoot) ook hier zou komen.’

Even later beschreef Lady Barrett hoe Doris weer tegen haar vader begon te spreken en zei: ‘Ik kom er aan’ en dat ze, terwijl ze haar hoofd naar Lady Barrett toe draaide, er aan toevoegde: ‘O, hij is zo dichtbij’. Toen voegde ze er nog vragend aan toe, ‘Hij heeft Vida bij zich, Vida is bij hem’

Die laatste opmerking zorgde ervoor dat Sir William de hele gebeurtenis zeer serieus nam. Vida was namelijk de zus van Doris: en die twee waren heel close met elkaar. Hoewel Vida drie weken daarvoor was overleden, had men dat Doris niet verteld vanwege haar zorgelijke toestand. Het feit dat Doris haar zus had gezien in die ‘andere wereld’, haar zus Vida die zo ver als Doris wist helemaal gezond en levend was, en die ze gezien had in gezelschap van hun vader van wie ze wèl wist dat hij dood was, overtuigde Sir William dat hij dit incident niet als onbetekenend kon afwijzen. In feite maakt het zo’n indruk op hem dat hij daarna soortgelijke ervaringen ging verzamelen. In 1926 publiceerde hij zijn boek: “Deathbed Visions” (“Sterfbedvisioenen”), en daarin trok Sir William de conclusie dat deze ervaringen niet zo maar een bijproduct waren van een stervend brein, maar dat ze beslist ook gebeurden als de stervende zeer helder van geest was.

(Dit is een verhaal uit het in 2008 in Engeland verschenen boek The Art of Dying, (op blz. 4 en 5), dat geschreven is door de neuro-psychiater Dr. Peter Fenwick en zijn vrouw Elizabeth Fenwick. Vertaling, Marja Lensink)

Entiteit aanhechting

Werken met stervenden of langere tijd verblijven in ruimten of plaatsen die verbonden zijn met het sterven van mensen dragen het risico van entiteit aanhechting met zich.


Enkele symptomen zijn:

 

  • vermoeidheid, chronisch gebrek aan energie
  • plotselinge depressie
  • verwarring over de eigen persoonlijkheid
  • snelle stemmingswisselingen
  • concentratie- en geheugenstoornissen
  • plotseling optredende fobie
  • ineens optredende lichamelijke klachten (bijv. duizeligheid, migraine, benauwdheid)

 

Deze (onvolledige) opsomming wordt gegeven om het werk met stervenden niet te onderschatten. Je werkt/verblijft altijd met en bij energie. Zelfkennis en zelfbescherming zijn van groot belang.


Heb jij het gevoel dat er bij jou sprake is van entiteitaanhechting?


Het behandelen van entiteitaanhechting is pas compleet als: 

1. de entiteit zich bewust is van het feit dat deze aanhecht, waardoor dit is gebeurt en wat nodig is om de aanhechting te beëindigen. Na de onthechting wordt met de entiteit gewerkt zodanig dat definitieve onthechting mogelijk is en integratie in het eigen zelf kan plaatsvinden.

2. Jij weet hoe de entiteit zich kon aanhechten, wat er nodig is om de 'aanhechtplek' te helen zodat aanhechting onmogelijk is en na de onthechting dit aanhechtpunt zo te behandelen dat definitieve verwerking plaatsvindt.


In deze tekst is gebruik gemaakt van informatie uit het Handboek Reïncarnatietherapie.


Onderzoek 
Ervaringen Spirituele Stervensbegeleiding

Wat gebeurt er met de ziel als iemand sterft? Worden zielen geholpen tijdens het sterven?

Tussen juli 2015 en oktober 2016 heeft Yolanda Rijks onderzoek gedaan naar ervaringen met spirituele stervensbegeleiding (stervensbegeleiding waarbij de ziel centraal staat).

Door verhalen over 'energetisch wassen en kleden van de ziel' en het 'in de geest' meegaan met een stervende naar de andere kant van de dood wilde Yolanda de stelling "Sterven doe je zelf, maar nooit alleen" onderzoeken en indien mogelijk, bewijzen.

Ervaringen van Spirituele Stervensbegeleiding kunnen zijn:
  • Men heeft even meegekeken (het schouwen) tijdens de overgang van de ziel naar een andere dimensie.
  • Het daadwerkelijk begeleiden van een stervende op weg naar een nieuw thuis of het wegnemen van angst bij de stervende door in de geest aanwezig te zijn.
  • Ná het overlijden wordt soms door de overledene een beroep gedaan op iemand op aarde om te helpen de weg te vinden.
Voor dit onderzoek hebben zich aangemeld (meerdere antwoorden waren mogelijk):
  • verpleegkundigen (8x
  • vrijwilligers terminale zorg (8x
  • uitvaartverzorgers (5x
  • mediums (4x
  • nabestaanden (20x
  • stervensbegeleiders (8x
  • ervaringsdeskundigen (20x
die vóór, tijdens of na het sterven bewust of onbewust een ervaring met spirituele stervensbegeleiding hebben gehad.
Het onderzoeksgebied was Nederland en België.
Belangstellenden hebben zich rechtstreeks via de website of via een verzoek op Facebook aangemeld.
Iedere aanmelder heeft een vragenlijst met 15 vragen via een mail toegestuurd gekregen. De vragenlijst is anoniem aangeboden, voorzien van een nummer.
Er waren vragen over de eerste ervaring en algemene vragen over o.a. geloofsbeleving en opleiding.
Aantal verstuurde vragenlijsten: 47
In april 2016 hebben alle deelnemers die nog geen antwoorden retour hadden gestuurd via een mail een herinnering ontvangen.
Aantal ingevulde, bruikbare vragenlijsten: 27

Conclusies:
  • Meer dan de helft (56%) van de deelnemers heeft een familielid begeleid
  • Van alle ervaringen was 48% vóór het sterven, 22% tijdens het sterven, 26% na het sterven
  • De aanwezigheid van entiteiten/lichtwezens wordt in 26% van de ervaringen gemeld
  • Er worden vooral positieve woorden gebruikt om de ervaring te omschrijven
  • De meeste deelnemers (78%) hebben de ervaring volledig bewust meegemaakt
  • De omgeving van de deelnemer stond in 74% van de gevallen positief tegenover de ervaring
  • De herinnering aan de eerste ervaring wordt vooral positief omschreven. De meest gegeven antwoorden zijn: Blij, Tevreden, Liefdevol, Mooi, Fijn, Vredig, Gelukkig, Dankbaar, Waardevol
  • 81% van de deelnemers heeft iets gedaan met de ervaring (gebruiken de ervaring tijdens het werk, hebben erover geschreven of verteld)
  • 89% van de deelnemers heeft geen opleiding stervensbegeleiding gevolgd
  • 52% geeft aan een andere spirituele opleiding gedaan te hebben
  • 70% van de deelnemers heeft meer ervaringen gehad met spirituele stervensbegeleiding
  • 93% heeft ooit een mystieke of andere spirituele ervaring gehad
  • 93% van de deelnemers gelooft in iets, waarbij 60% aangeeft in God te geloven
  • De geloofservaring is bij bijna 60% van de deelnemers verandert waarbij 62% van hen aangeeft dat het geloof zich na de ervaring heeft versterkt
  • De meeste deelnemers (70%) hebben zich positief uitgelaten over de vragen
  • 81% van de deelnemers wil direct meewerken aan een vervolgonderzoek
Wil je meer weten over de volledige resultaten van dit onderzoek? Download gratis dit bestand. Het overnemen van onderdelen uit de resultaten en conclusies is toegestaan mits met bronvermelding en een link naar deze website.
Share by: